De rugbekleding van beide stoelen was gescheurd, en op sommige plaatsten zelfs geheel verdwenen. Bij beide stoelen ontbraken ook kleine stukjes van het leer, bijvoorbeeld langs de verticale rand van de zitting en bij de stijlen van de rugleuning. Ook missen ze beide een bolknopnagel aan de linkerzijrand van de zitting. Natuurlijk is de conditie van de twee stoelen niet identiek: bij de eerste stoel is ook het leer van de zitting kapot en heeft wasuitbloei een grijze waas over het leer gecreëerd.
Deze mistige waas over stoel 1 kon worden opgeklaard door de uitgebloeide was te verwarmen met een föhn. De was smelt hierdoor ietsjes en vloeit weer uit op het oppervlak. Om de structuur van het oppervlak dichter te maken is het afgewerkt met een leerversteviger en een leervettingsmiddel. Om kleurverschillen weg te werken zijn oneffenheden geretoucheerd met acrylverf.
Naast de oppervlakkige beschadigingen in het leer moesten ook de scheuren worden gerestaureerd. Deze konden vrijwel onzichtbaar hersteld worden door nieuw schaafleer onder het oorspronkelijke leer te plakken. Kleinere kieren werden opgevuld met kleinere reepjes van ditzelfde schaafleer en afgedekt met leerpoeder.
De grote lacunes in het leer op de ruggen van stoel 1 en 2 verschilden van aard, en vereisten daarom dan ook een verschillende aanpak: het ontbrekende leer op de rug van stoel 1 is ingestukt met nieuw, gekleurd kalfsleer, maar bij stoel 2, die een lacune met meer craquelé toonde, creëerden de restaurateurs met schaafleer en een kunstnerf de nieuwe opvulling.
De gerestaureerde stoelen zijn te zien in het kantoortje van Rembrandt, in Museum Rembrandthuis aan de Jodenbreestraat te Amsterdam.
Deze mistige waas over stoel 1 kon worden opgeklaard door de uitgebloeide was te verwarmen met een föhn. De was smelt hierdoor ietsjes en vloeit weer uit op het oppervlak. Om de structuur van het oppervlak dichter te maken is het afgewerkt met een leerversteviger en een leervettingsmiddel. Om kleurverschillen weg te werken zijn oneffenheden geretoucheerd met acrylverf.
Naast de oppervlakkige beschadigingen in het leer moesten ook de scheuren worden gerestaureerd. Deze konden vrijwel onzichtbaar hersteld worden door nieuw schaafleer onder het oorspronkelijke leer te plakken. Kleinere kieren werden opgevuld met kleinere reepjes van ditzelfde schaafleer en afgedekt met leerpoeder.
De grote lacunes in het leer op de ruggen van stoel 1 en 2 verschilden van aard, en vereisten daarom dan ook een verschillende aanpak: het ontbrekende leer op de rug van stoel 1 is ingestukt met nieuw, gekleurd kalfsleer, maar bij stoel 2, die een lacune met meer craquelé toonde, creëerden de restaurateurs met schaafleer en een kunstnerf de nieuwe opvulling.
De gerestaureerde stoelen zijn te zien in het kantoortje van Rembrandt, in Museum Rembrandthuis aan de Jodenbreestraat te Amsterdam.