Het boek zit nog in de zestiende-eeuwse band waarin het kort na het drukken gebonden werd. De binder naaide de katernen op plantaardig gelooide leren bindingen. Naast de gebruikelijke slijtage van de leren bekleding van de band, in dit geval vrij ernstig daar de rug geheel verdwenen was, waren deze bindingen op meerdere plaatsen gebroken. Dat gebeurt vaker, omdat plantaardig gelooid leer op den duur bros wordt en makkelijk breekt. Om de bindingen te kunnen vernieuwen moest ook het naaisel vernieuwd worden.
Het boekblok van prachtig handgeschept papier was overwegend in goede conditie. De constructie van het boek was stuk gegaan, waardoor het papier beschadigd was. Bladen en katernen waren ten opzichte van elkaar gaan schuiven en daardoor gescheurd. En er was ook waterschade, zichtbaar door de zwarte verkleuringen op het voorplat. Het papier op de katernruggen en aan de kopsnede was voos en verkleurd. Scheuren en gaatjes zijn gerepareerd met Japans papier en stijfsel.
Het boekblok is opnieuw genaaid, ditmaal op bindingen van touw in plaats van leer. Hierdoor blijft de binding langer stevig en flexibel. Achterin het boek zijn in een nieuw katern van handgeschept papier de twee membra disiecta meegenaaid die onder de dekbladen tegen de houten platten geplakt zaten. Samen vormen ze één perkamenten blad uit een vermoedelijk Zuid-Europees, tiende-eeuws handschrift.
Om de rug van het boekblok te verstevigen is het met een dun laagje katoen en hazenlijm overlijmd. De houten platkernen zijn met de bindingen van touw door de oorspronkelijke gaten aangeregen. Daarbij zijn zoveel mogelijk van de resten van de originele leren bindingen bewaard gebleven. Daarna is de rug bekleed met nieuw kalfsleer en zijn de bewaarde delen van het originele leer daarop teruggeplakt.
De restauratie werd mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van de Stichting Boek & Wurm.